Proefschrift wederopbouwarchitectuur
Architect J.J.P. Oud is vooral
bekend door zijn ontwerpen als gemeentearchitect voor de sociale woningbouw in Rotterdam en als lid van de groep kunstenaars rond het tijdschrift De Stijl. Ook na de Tweede Wereldoorlog maakte Oud fascinerende projecten. Het bekendste zijn wellicht het Nationaal monument op de Dam, het nationaal legermonument op de Grebbeberg, kantoorgebouw De Utrecht en de Spaarbank aan de Botersloot in Rotterdam, en het Congresgebouw in Den Haag. Dolf Broekhuizen analyseerde in zijn proefschrift de projecten van architect J.J.P. Oud die ontstonden tussen 1938 en 1963.
Met de naoorlogse ontwerpen leverde Oud een bijdrage aan de toenmalige architectuurdiscussie over bouwen, herstellen en herdenken in Nederland. In die zin is dit promotieonderzoek een analyse van de architectuurontwikkeling in de wederopbouwjaren vanuit de werkwijze van een architect. De onderzoeker stelt een architect centraal en beschrijft hoe die architect zich verhoudt tot de wederopbouw. Daarom is de studie meer dan een oeuvre-monografie en geeft het inzicht in het culturele klimaat in die tijd. Via de contextuele beschouwing van de ontwerpbeslissingen van deze architect wordt de veelzijdigheid van de veranderingen in de bouwkunstproductie in de wederopbouwjaren in kaart gebracht.
promotor
Prof.dr. Ed Taverne
promotiecommissie
Prof.dr. Klaas van Berkel, prof.dr. Carel Blotkamp, prof.dr. Manfred Bock
publicatie
D. Broekhuizen, De Stijl toen / J.J.P. Oud nu. De bijdrage van architect J.J.P. Oud aan herdenken, herstellen en bouwen in Nederland (1938-1963), dissertatie Rijksuniversiteit Groningen, Rotterdam NAi-uitgevers 2000 (handelseditie)
ISBN: 978-90-5662-193-9
lees hier: inhoudsopgave De Stijl toen – J.J.P. Oud nu (pdf 6,1 MB)
read more: English summary De Stijl toen – J.J.P. Oud nu (pdf 8,7 MB)
resume francais: De Stijl toen – J.J.P. Oud nu (pdf 9,1 MB)
besprekingen/reviews
– Archis: “Over de wanhoop waarmee Oud zijn positie weer probeerde te heroveren, heeft Dolf Broekhuizen overigens in zijn vorig jaar verschenen proefschrift een prachtig relaas geschreven.” (Dr. Rob Dettingmeijer in Archis 2001,
nr. 4, p. 89)
– de Architect: “Dit boek zet het altijd genegeerde late werk van Oud (na 1938), maar vooral diens intellectuele ontwikkeling in deze periode flink in de schijnwerpers. … De botsing tussen zijn koppige idealisme en de wederopbouwbureaucratie is daarbij een terugkerend thema, dat en passant veel zegt over Ouds opvattingen over het doel van architectuur en de taak van de architect.” (prof. dr. V. Stissi in de Architect,
mei 2001, p. 78)
– Michelle Provoost: “Het lijkt erop dat Oud zich, zoals Dolf Broekhuizen mooi omschreef, in deze situatie weer eens ‘tot slachtoffer van een zelf gesmeed complot’ maakte.” (Dr. M. Provoost, Hugh Maaskant, architect van de vooruitgang, 2003, p. 156)
– Wim de Wagt: “Broekhuizen laat in deze studie de inleidende bladzijden volgen door een suite van hoofdstukken met uitputtende analyses van de belangrijkste projecten. Omdat de cruciale momenten en beslissingen in het ontwerpproces bijzonder ruime aandacht krijgen, vertellen deze beschrijvingen veel over Ouds ontwerpwijze.” (Dr. W. de Wagt, Piet Elling 2008, p. 20)
– nbd biblion: “Dit zeer gedetailleerde boek geeft een zeer goed en compleet beeld van het late werk van de Nederlandse architect J.J.P. Oud (1890-1963). Dit is het eerste boek waarbij op samenhangende wijze het late werk van deze architect wordt belicht. (…) Deze opzet heeft zeer veel interessant materiaal opgeleverd en beschrijft nauwkeurig de werkwijze van de architect.” (door Gilbert van der Lee voor nbd biblion)
Het onderzoek en deze publicatie zijn gerealiseerd mede dankzij de financiele bijdragen van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), Den Haag; Rudolf Agricola Instituut, Groningen; Stichting Geertruida Gerharda Bolhuis, Groningen; J.E. Jurriaanse Stichting, Rotterdam; Stichting Job Dura Fonds, Rotterdam.